In dit artikel laat ik je graag kennismaken met twee vooraanstaande, in ons land nog niet zo bekende, personen die ook van betekenis zijn voor zowel het filosoferen als het schaken op school. Het zijn de Engelse onderwijspsycholoog Barry Hymer en de Amerikaanse filosoof Matthew Lipman. |door Ben Daeter
Dit artikel heeft in de zomereditie 2024 van het tijdschrift gifted@248 gestaan.
Barry Hymer
Barry Hymer, van de Universiteit van Cumbria in Noordwest-Engeland, is een vooraanstaande Britse onderwijsadviseur, onderwijspsycholoog, leraar en schrijver die gespecialiseerd is in het bevorderen van excellentie in het onderwijs en het ondersteunen van de ontwikkeling van begaafde en getalenteerde leerlingen. Hij deed uitgebreid onderzoek naar onderwerpen als onderwijs, leerpsychologie, intelligentie, mindset, persoonlijke ontwikkeling, intrinsieke motivatie en excellentie, talentontwikkeling, stimuleren van excellentie in het onderwijs, opvoeding van begaafden en de psychologie van hoogbegaafdheid. Hij onderzocht met name ook de behoeften van begaafde leerkrachten en wilde hen helpen als ze met begaafde leerlingen te maken hebben. Hij is van grote betekenis voor het krijgen van inzichten in het onderwijs en de begeleiding van hoogbegaafde kinderen. Van zijn hand zijn diverse belangwekkende publicaties verschenen (1).
Hymer is vooral bekend geworden met zijn stelling onderwijs moet begaafdheid creëren (hier volgt nog een apart artikel over).
Filosoferen op school
Hymer is een groot voorstander van filosoferen op school. Hij is ervan overtuigd dat kinderen hierdoor op een eigen manier leren denken over de wereld. Het helpt hen bij het ontwikkelen van kritisch denken, probleemoplossende vaardigheden en creativiteit. Door hun eigen perspectieven te vormen leren ze onafhankelijk te denken en te analyseren (essentieel voor hun persoonlijke groei en succes in verschillende aspecten van het leven). Ze leren zelfstandig beslissingen te nemen en hun eigen identiteit te vormen. Het kan mogelijk zelfs leiden tot innovatie en vooruitgang in de wereld van de volwassenen en bijdragen aan een meer tolerante samenleving. Kortom, we moeten kinderen helpen om uit te groeien tot meer doordachte, reflectieve, attente en redelijke individuen. Volgens Hymer kan wekelijks een uur filosoferen in het basisonderwijs hiertoe bijdragen.
P4C
Een nuttig werk op dit gebied is Philosophy for Children (P4C) van de Amerikaanse filosoof dr. Matthew Lipman (1923-2010) van de Columbia-universiteit in New York. Lipman propageert een onderwijsbenadering waarbij kinderen worden aangemoedigd om filosofische vragen te stellen en samen te redeneren. Hij was erg gefrustreerd door het gebrek aan betrokkenheid van zijn studenten bij leren en denken. Daarom promootte hij het filosoferen voor kinderen. Hij ontdekte dat jonge kinderen wel degelijk al abstract kunnen denken en dat we dat dan ook vroeg moeten stimuleren. Hij schreef een boek om daarbij te kunnen gebruiken en heeft verschillende methoden en materialen ontwikkeld om filosofische dialogen in de klas te stimuleren. Het leidde uiteindelijk tot de integratie van filosofie in het onderwijs voor kinderen wereldwijd.
Harry Stottlemeier’s Discovery
Bekend van Lipman is Harry Stottlemeier’s Discovery, een serie boeken met filosofische concepten en dialogen geïntroduceerd via het verhaal van een fictieve nieuwsgierige en intelligente jongen die Harry Stottlemeier heet. Samen met zijn vrienden maakt Harry avontuurlijke reizen over de hele wereld en verkennen ze de wereld van de filosofie door middel van levendige dialogen, discussies en ontdekkingen. Ze discussiëren over waarheid, rechtvaardigheid en ethiek. Harry fungeert daarbij als de centrale persoon waarmee kinderen zich kunnen identificeren. Op een dag merkt Harry dat hij het verkeerde antwoord geeft tijdens zijn natuurkundeles op de middelbare school en vraagt hij zich af: waar ben ik fout gegaan? Deze vraag zet hem en zijn klasgenoten ertoe aan om na te denken over de aard van denken, onderzoek en kennis. Met de hulp van hun leraar ontdekken hij en zijn klasgenoten regels van formele en informele logica, relationele logica en hypothetisch denken als hulpmiddelen om hen te helpen zichzelf en hun wereld te begrijpen. Deze roman onderzoekt de concepten van onderwijs, geest, rechten, religie, kunst, oorzaak en gevolg, oorzaken en redenen en fallibilisme (kennis is nooit absoluut zeker, maar eerder voorlopig en onderhevig aan herziening en fouten; we moeten altijd openstaan voor het herzien van onze opvattingen als we nieuwe informatie of argumenten krijgen). Volwassenen met een achtergrond in de filosofie zullen de eeuwige filosofische kwesties die in dit verhaal naar voren komen gemakkelijk herkennen.
Ook bekend van Lipman is Philosophical children’s literature, ter bevordering van het gebruik van filosofische kinderliteratuur in het onderwijs (boeken die geschikte thema’s en verhalen bieden voor filosofische discussies). Hij heeft ook materialen ontwikkeld om leerkrachten te helpen bij het begrijpen en implementeren van de P4C-benadering in hun klaslokalen. Het omvat trainingshandleidingen en workshops (2).
Hymer en het P4C-programma
Hymer moedigde P4C van Lipman sterk aan. Het is immers een pedagogische benadering die kinderen stimuleert om filosofische dialogen te voeren en kritisch te denken. Het richt zich op het ontwikkelen van vaardigheden, zoals redeneren, analyseren en reflecteren; dat kan bijdragen aan een brede en diepgaande opvoeding.
Andere belangrijke onderzoeken toonden ook het grote belang van filosoferen door kinderen aan. Zo ook het SD-programma (Socratic Dialogue). Dit is gebaseerd op de socratische methode, een manier van denken en communiceren die wordt toegeschreven aan de Griekse filosoof Socrates. Het gaat om het stellen van vragen, het onderzoeken van aannames en het zoeken naar waarheid door middel van dialoog en kritisch denken. Het werd verder verdedigd door de onderzoeken van Jorissen, Kienstra en De Bie (2008), vooral over het nut van het SD-programma.
Ook een studie van Paul Trickey en Kirstie Topping (2004) wees op de positieve effecten van P4C op de cognitieve ontwikkeling en het zelfvertrouwen. Zij verspreidden ook de socratische methode en het filosoferen door kinderen in het onderwijs.
Lipman en Hymer bouwden op deze opvattingen voort en droegen veel bij aan de ontwikkeling van het filosoferen door kinderen. Het moedigt aan om dieper na te denken over verschillende onderwerpen; het helpt bij het vormen van een eigen mening en bevordert empathie en respect voor andere standpunten.
Onderwerpen
Onderwerpen voor filosoferen door kinderen kunnen zijn: is het ooit oké om te stelen; rechtvaardigheid; vriendschap; de aard van tijd; het universum; ethiek; schoonheid; en meer abstracte onderwerpen als geluk en liefde. Het gaat er vaak om open vragen te stellen die aanmoedigen om na te denken en eigen ideeën van kinderen te verkennen.
Nog enkele andere thema’s (ook voor kleine kinderen): waarom zijn we op aarde; wat maakt iets goed of slecht; wat is tijd; wat is eerlijkheid; kunnen we vertrouwen wat we zien; waarom dromen we; bestaat er wel een vrije wil; wat is de betekenis van het leven?
De betekenis van schaken op school
Hymer heeft ook interessante opmerkingen gemaakt over schaken in het onderwijs. Volgens hem heeft het een veelzijdige waarde voor kinderen; het is meer dan alleen een spel. Diverse onderzoeken hebben aangetoond dat schaken in het basisonderwijs erg nuttig is, bijvoorbeeld het onderzoek op Schotse basisscholen (Chess in Schools and Communities), uitgevoerd door de universiteiten van Stirling en Glasgow, dat zeker heeft bijgedragen aan de erkenning van schaken.
Vastgesteld is dat schaken een krachtig instrument is dat goed is voor de cognitieve ontwikkeling en de cognitieve vaardigheden.
[*] Het vereist het identificeren van problemen, zoals bij bedreigde stukken, en bevordert het probleemoplossend denken.
[*] Het is ook nuttig voor de emotionele groei omdat het te maken heeft met geduld en doorzettingsvermogen. Het gaat om emotionele beheersing; spelers moeten kalm blijven en moeten rationele beslissingen nemen, zelfs onder druk.
[*] Het bevordert het strategisch denken. Het kind moet soms langdurig strategieën bedenken en uitvoeren om zijn stukken te positioneren en zijn tegenstanders te verslaan. Dit vereist diepgaand denken en planning. Het kind moet oplossingen bedenken, zoals verdedigen en aanvallen.
[*] Het bevordert het doorzettingsvermogen en leert kinderen om niet op te geven bij moeilijkheden. Tijdens het schaken maken kinderen fouten en ze verliezen natuurlijk ook wel. Het kind leert om te gaan met teleurstellingen, fouten te accepteren en ervan te leren. Het kind kan er veerkrachtiger door worden en leert om te gaan met tegenslagen.
[*] Het bevordert het kunnen plannen; het vereist vooruitdenken van meerdere zetten om potentiële consequenties in te schatten en de beste zet te kiezen; het kind leert om langetermijndoelen te stellen en te plannen.
[*] Het bevordert ook het ontwikkelen van zelfvertrouwen, zeker naarmate kinderen vorderingen maken en successen boeken. Ze kunnen vooruitgang constateren; dit kan een gevoel van trots en zelfvertrouwen opleveren, en dat is gunstig voor hun emotionele welzijn.
[*] Het helpt ook om vaardigheden te ontwikkelen zoals concentratie, planning, besluitvorming, geduld en zelfbeheersing.
[*] Het bevordert ook de besluitvorming; het dwingt het kind om snel en nauwkeurig beslissingen te nemen omdat elke zet gevolgen heeft voor het verdere verloop van het spel.
[*] En ten slotte kan schaken bijdragen aan de geheugenverbetering; het kind moet de bewegingen van stukken onthouden en tegelijkertijd eerdere patronen en strategieën in gedachten houden.
Een schaakwonder
De in India geboren Ashwath Kaushik is momenteel de jongste schaker die ooit van een grootmeester heeft gewonnen. Het 8-jarige wonderkind uit Singapore won op de Burgdorfer Stadthaus-Open van de 37-jarige Poolse grootmeester Jacek Stopa. Kaushik versloeg zijn opponent in een drie uur durende schaakpartij in de vierde ronde van het Zwitserse toernooi. Hij won al eens een aantal jeugdtoernooien over de hele wereld en werd in 2022 wereldkampioen snelschaken onder de acht jaar. Volgens zijn vader leerde Kaushik de schaakregels op 4-jarige leeftijd via het online platform ChessKid. Hij zou elke dag wel zeven uur spelen.
ChessKid
ChessKid is een online platform (vertaald in meer dan dertig talen), ontworpen om kinderen over de hele wereld te leren schaken en hun schaakvaardigheden te verbeteren. Het wordt gebruikt door meer dan tweeduizend scholen om deze vorm van leren interactief te ondersteunen. Het biedt educatieve bronnen, speelmogelijkheden, meer dan honderdvijftig interactieve lessen (die zijn afgestemd op elk vaardigheidsniveau en elke snelheid), duizenden schaakpuzzels en allerlei materiaal om nieuwe vaardigheden te leren en te oefenen. Er is ook sprake van lerarentraining via videolessen. Er bestaat ook een mogelijkheid voor persoonlijke instructie door gediplomeerde coaches. Kinderen leren onder andere patroonherkenning en probleemoplossing. Het platform is veilig en positief en heeft gezonde schermtijd waar ouders achter kunnen staan.
Tot slot
Zowel filosoferen als schaken op school hebben grote waarde voor een evenwichtige ontwikkeling van het kind. Om alle genoemde redenen zouden er schaaklessen moeten worden geïntegreerd in het curriculum om het leren te verbeteren en de intellectuele groei van leerlingen te ondersteunen. Hopelijk besluiten vele scholen om dit dan ook te gaan invoeren.
Referenties
(1).
Hymer, B. (2012). P4C Pocketbook. Alresford.
Hymer, B. (2020). Chess improvement. It’s all in the mindset. Carmarthen: Crown House Publishing.
Hymer, B. Professor Barry Hymer reviews ‘The human factor in chess’. By ChessBase.
Hymer, B. (2021). The science of learning. Chessable.blog.
Hymer, B., & M. Gershon (2017). Growth mindset pocketbook. Goes: Bazalt Educatieve uitgaven.
Hymer, B. (2017). Gifted and talented learners. Creating a policy for inclusion. David Fulton Publishers.
Een andere nuttige publicatie: Bartels, R., & M. van Rossum (2009). Filosoferen doe je zo. Band 1. Groep 1 t/4. Leidraad voor de basisschool. Eindhoven: Damon (er zijn ook andere banden en een docentenboek).
(2).
Lipman, H. (oorspr. 1971; 1984). Harry Stottlemeier’s Discovery. Rowman & Littlefield.
Revised edition (1974). Eric Institute of Education.
Lipman, M. (oorspr. 1980). Philosophy in the Classroom. Philadelphia: Temple University Press.
Lipman, M. (oorspr. 1988). Philosophy goes to school. Philadelphia: Temple University Press.
Rowson, J. (2020). De juiste zet. Wat schaken je leert over het leven. Atlas Contact.